Digitale vaardigheden

Je kunt werken met de computer of laptop.

Je kent de meeste toepassingen van de diverse office pakketten en kunt er handig mee werken. Dit kost je niet veel tijd en je kent de meeste gebruiksmogelijkheden.

Je bent erg handig in het gebruik van de office pakketten en je kunt je goed redden met adobe Photoshop of design of andere applicaties of online tools.

Je kunt uitstekend overweg met de meeste ICT toepassingen en online tools. Bovendien ken je veel online tools en kun je deze voor diverse doeleinden inzetten.

Je hanteert bronnen.

Je gebruikt , combineert en selecteert betrouwbare bronnen en hanteert er tenminste drie die relevant zijn en waarvan de herkomst te traceren is.

De bronnen die je selecteert, controleert en combineert zijn betrouwbaar en relevant, hebben een duidelijke herkomst.

De bronnen die je hebt gevonden zijn van een wetenschappelijke kwaliteit, recent en relevant voor je onderwerp. Je refereert op de juiste manier aan de bronnen in je producten.

Je weet nog niet zo goed hoe je zoekcriteria kunt instellen of wat de juiste zoekstrategie is om via internet de juiste informatie te vinden.

Je weet al goed hoe je de juiste zoekcriteria kunt instellen en weet wat de juiste zoekstrategie is om via internet een bron te vinden.

Je hanteert verschillende zoek strategieën om de juiste bronnen te vinden, ook als er slecht een bron te vinden is, pas je de criteria aan.

Je kunt meerdere bronnen vinden met behulp van verschillende zoek strategieën en criteria en selecteert daaruit de beste bronnen voor je eindproduct.

De bronnen die je hebt gevonden bieden nog onvoldoende informatie voor je opdracht of taak .

Je kunt de bronnen die je hebt gevonden goed controleren op werking, correctheid en kwaliteit.

Je kunt de bronnen die je hebt gevonden goed controleren op werking, correctheid en kwaliteit. De inhoud van de bronnen geeft jou houvast om je ideeën te onderbouwen en te beargumenteren.

De bronnen de je toepast zijn gecontroleerd op nauwkeurigheid, correctheid en kwaliteit. De inhoud past bij de onderbouwing en argumentatie van je idee. Je hanteert altijd meer dan drie bronnen.

Voor het werk of de taak die je moet uitvoeren kun je een keuze maken voor een techniek, vorm of middel maar je weet niet zeker of dit de juiste keuze is.

Voor het werk of de taak heb je een keuze gemaakt voor een techniek, vorm of middel en je weet dat dit de juiste keuze is geweest.

Voor het werk of de taak heb je bewust een keuze gemaakt omdat je weet dat deze techniek, vorm of middel de beste keuze is voor deze taak of dit werk.

Je kunt meerdere technieken, vormen of middelen inzetten waarbij een heldere analyse van deze verschillende technieken, vormen en middelen zicht geven op de doeltreffendheid.

Je hebt informatie verzamelt maar deze nog niet grondige gecontroleerd op fouten of onjuistheden.

Je hebt de informatie die je hebt verzameld gecontroleerd op fouten en onjuistheden.

Je hebt de informatie die je hebt verzameld gecontroleerd op fouten en onjuistheden bovendien heb je verbeteringen of suggesties voor de informatie in verband met de inhoud.

Je hebt de informatie die je hebt verzameld gecontroleerd op fouten, je hebt suggesties voor verbeteringen doorgevoerd en deze aangepast in het tekstformat met gebruik maken van je eigen teksten.